Pierre Van den Bergh trad al op 24-jarige leeftijd toe tot de Raad van Bestuur van De Mick, in 1937. Hij was de eerste om de ravages van het bombardement van 1944 te gaan aanschouwen en nam daarna kordaat dertig jaar lang de teugels in handen van Sana De Mick.

Pierre Van den Bergh is begonnen als 16-jarige als bediende bij de Belgische Transportarbeidersbond (BTB). Hij is snel opgeklommen tot secretaris van het syndicaat der Forelieden (afzonderlijke vakbond voor zogenaamd kaderpersoneel van de havenarbeiders) in 1933, op amper 24-jarige leeftijd. In de burelen van de BTB hield hij zich vooral bezig met sociale zaken. Dat leidde ertoe dat hij in 1933 reeds lid werd van de Raad van Bestuur van Heropbeuring vzw, de organisatie die het Sanatorium De Mick in Brasschaat uitbaatte.

Het leidde ook tot een aantal belangrijke realisaties op sociaal vlak, zoals de bestaanszekerheid voor dokwerkers in 1946. Dat is een vorm van bijkomende werkloosheidsvergoeding: voor de dagen tijdens de week dat een dokwerker geen opdrachten aan de haven heeft kunnen krijgen en dus geen loon ontvangt, kan compensatie gekregen worden tot een volledig weekloon. De bestaanszekerheid is een enorme realisatie en vanaf dan staat Van den Bergh bekend als de man van de bestaanszekerheid. Andere belangrijke realisaties zijn het bijkomend pensioen in 1954 en het statuut van het kaderpersoneel in 1964, alle aan de haven. Van den Bergh was ook na de oorlog een tijdlang voorzitter van de socialistische ziekenhuizen van de Antwerpse Federatie van Onderlinge Bijstand (FOB).

Maar zijn belangrijkste rol was deze in het Sanatorium De Mick. Dit socialistische ziekenhuis, dat sinds 1934 in een monumentaal gebouw van architect Eduard Van Steenbergen huisde, werd door een bombardement in september 1944 onherroepelijk beschadigd. Van den Bergh was, samen met onder meer BTB-ers Leon Van der Aa en Louis Major, tijdens de oorlog in het verzet actief geweest en trad na de bevrijding op als deel van de nieuwe generatie die overnam. Pierre Van den Bergh werd in 1944 aangesteld als nieuwe afgevaardigd-beheerder (na 1974 sprak men van directeur) van De Mick, zijn kameraad uit het verzet Leon Van der Aa werd de nieuwe voorzitter van de Raad van Bestuur van Heropbeuring. In 1957 zou die andere verzetsheld, Louis Major, dit overnemen. Samen hielden Van den Bergh en Major de touwtjes in handen van Sana De Mick tot in de jaren 1980.

Van den Bergh slaagde erin om De Mick een doorstart te geven in noodlokalen in Brecht. Dit waren lokalen van de socialistische jeugdvereniging die nu omgebouwd werden tot tijdelijke ziekenzalen. Intussen werd een dossier opgestart ter financiering van de wederopbouw van De Mick. Met steun van het fonds voor oorlogsschade en van de autoriteiten kon reeds eind jaren 1940 gestart worden met de bouw van een nieuw sanatorium. Eind 1952 ontving De Mick opnieuw patiënten in het nieuwe gebouw in Brasschaat en in 1953 volgde de plechtige inhuldiging. 

Begin jaren 1960 ging het niet zo goed meer op financieel vlak met De Mick. Tegelijk begon Van den Bergh te lijden aan een pijnlijke en slepende aandoening, wellicht reumatiek, waardoor hij minder aanwezig was in het bestuur van De Mick. Het bureau van Van den Bergh en de administratie van De Mick was nog steeds bij de BTB op de Paardenmarkt in Antwerpen en niet in Brasschaat in De Mick. Wanneer het administratief personeel van De Mick in 1965 verhuisde naar Brasschaat kwam de leiding steeds meer te liggen bij het hoofd van de administratie, bijna-naamgenoot Jacques Van den Berghe. Op 1 april 1974 ging Pierre Van den Bergh officieel met pensioen. Hij werd opgevolgd aan het hoofd van De Mick door Jacques Van den Berghe. Pierre Van den Bergh bleef nog tot 1988, een jaar voor zijn overlijden, lid van de raden van bestuur van Heropbeuring en De Vriendenkring van De Mick. Hij overleed op 11 maart 1989 in zijn geliefde kliniek De Mick.